De Corona-periode heeft ons stilgezet. Het bood ruimte om te reflecteren, om na te denken en om God van hart tot hart te zoeken. We hebben ons de vraag gesteld: waar draait het nu echt om in ons leven en in ons als kerk?
We kwamen tot de conclusie deze Corona-crisis niet onbenut te willen laten. We werden geïnspireerd om terug te gaan naar de Bron, naar God zelf, naar Zijn liefde. De overtuiging groeide weer dat het als persoon en ook als kerk van de hoogste prioriteit is om Gods genade en liefde ten eerste te ontvangen, elke dag weer. En van daar uit te leven, kerk te zijn en te delen.
En zo vaak zitten er dingen in de weg om dit waar te maken; onze gewoontes, routines, tradities, pijn, angst, prestatiedruk, schuldgevoelens. God nodigt ons uit om met een oprecht hart bij Hem te komen. En dat vooral ten eerste te doen. Wij mogen Hem liefhebben, in de wetenschap en overtuiging dat Hij ons eerst heeft liefgehad.
Dit jaarthema neemt ons mee in de reis dit te (her)ontdekken in Gods woord én in hoe we dit praktisch kunnen maken in ons leven en in ons kerk-zijn.
1 Johannes 4:7-19 (NBV):
Geliefde broeders en zusters, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde. En hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden, opdat we door hem zouden leven. Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden.
Geliefde broeders en zusters, als God ons zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar liefhebben. Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons ten volle werkelijkheid geworden. Dat wij in hem blijven en hij in ons, weten we doordat hij ons heeft laten delen in zijn Geest. En we hebben zelf gezien waarvan we nu getuigen: dat de Vader zijn Zoon gezonden heeft als redder van de wereld. Als iemand belijdt dat Jezus de Zoon van God is, blijft God in hem en blijft hij in God. Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop. God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem.
Zo is de liefde bij ons werkelijkheid geworden, en daardoor kunnen we op de dag van het oordeel vol vertrouwen zijn, want hoewel wij nog in deze wereld zijn, zijn we als Jezus. De liefde laat geen ruimte voor angst; volmaakte liefde sluit angst uit, want angst veronderstelt straf. In iemand die angst kent, is de liefde geen werkelijkheid geworden. Wij hebben lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad.